De derogatie moet terug
Minder eigen mest en meer kunstmest. Dit gebeurt er bij het afschaffen van de derogatie. De gevolgen voor melkveehouders zijn al groot. Nu uit onderzoek blijkt dat met deze maatregel de waterkwaliteit er niet op vooruit gaat, kan dit ook gevolgen hebben voor het draagvlak en investeringen in de gehele landbouwtransitie. De derogatie moet terug.
Maatregelen waarvan het effect niet kan worden aangetoond, haaks staan op het streven naar een kringloopbedrijfsvoering en veel geld kosten, zijn ongeloofwaardig. Ze tasten het draagvlak aan voor innovaties en gewenste milieu-investeringen in de veehouderij.
Klei-grasland
Een praktijkvoorbeeld. Voor melkveehouders op klei betekent derogatieverlies dat ze 36 kg werkzame stikstof uit eigen mest niet meer kunnen benutten. Dit gaat zelfs versneld als ze gronden hebben liggen in een zogenaamd nutriënt-verontreinigd gebied. Voor kleigrasland geldt een totale stikstofgebruiksnorm van 345 kg per hectare. Bij de oorspronkelijke derogatie van 250 kg per ha kan bij beweiding aanvullend nog 232 kg kunstmeststikstof worden gegeven. Zonder derogatie stijgt de toegestane kunstmestgift naar 268 kg per hectare. De hogere gift van 36 kg kunstmest-stikstof compenseert dus het verlies aan gebruik van eigen mest. Volgens onderzoeker Herman de Boer van de WUR is de waterkwaliteit met deze verschuiving in stikstofbemesting niet beter af.
Cadeautje
De derogatie van de Nitraatrichtlijn is altijd verkocht als een cadeautje van Brussel. Feitelijk is de derogatie een goed onderbouwde correctie voor een hogere mestgift voor Nederlandse groeiomstandigheden. De opname van stikstof voor de groei van gewassen is in onze vruchtbare delta totaal niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld de dorre binnenlanden van Spanje. Toch geldt voor beide gebieden dezelfde EU nitraatnorm uit mest van 170 kg stikstof per hectare. De goed onderbouwde argumenten voor derogatie in ons land zijn: een lang groeiseizoen, een hoge stikstofopname door het gewas en landbouwgronden met een hoog denitrificatievermogen. Gras blijft inmiddels steeds langer groeien en stikstof opnemen.
Mestplaatsingsruimte
Het afschaffen van de derogatie is gepresenteerd als een milieumaatregel voor een betere waterkwaliteit. Dat is het dus niet. Wat is het dan wel? Volgens mij is het een politieke maatregel voor minder vee in ons land. Door versneld de mestplaatsingsruimte te verkleinen ontstaat er in hetzelfde tempo een omvangrijke hoeveelheid overschotmest op melkveebedrijven. De afzet hiervan kosten melkveehouders handenvol geld op een inmiddels alweer overvolle mestmarkt. De vergunningenprocedures voor investeringen in technische oplossingen duren te lang. Kortom, er ontstaat een financieel onhoudbare situatie, die veehouders stuurt naar opkoopregelingen, koude sanering of minder vee houden. Gebrek aan tijd en geld, maar ook het frustreren van een praktisch uitvoerbare oplossingsgerichte aanpak zijn doorslaggevende factoren die de gehele landbouwtransitie gaan ondergraven.
Tijd en zekerheid
Voor een geloofwaardig beleid en “het stutten van draagvlak” moet zo snel mogelijk de afbouw van de derogatie worden teruggedraaid. Beperk de derogatie desnoods tot alleen grasland. Zorg voor meer tijd en zekerheid zodat veehouders innovaties en bedrijfsoplossingen kunnen benutten. Er liggen o.a. grote mestkansen in het verschiet als bio-grondstof voor de groengasproductie en renure als kunstmestvervanger. Veehouders moeten van de politiek deze kansen kunnen pakken. En ook mèt derogatie zal de veestapel en de mestproductie de komende jaren krimpen.